Vertrekpunten en bestemmingen met elkaar verbinden

Vertrekpunten en bestemmingen met elkaar verbinden


Beginpunten aan bestemmingen koppelen meet de reistijd of afstand tussen paren van beginpunten en bestemmingen. De tool kan afstanden zowel hemelsbreed weergeven als de afstanden en reisduur baseren op een manier van reizen, zoals lopen of rijden. Met deze tool kunt u het volgende doen:

U levert de begin- en eindpunten en de tool geeft een laag terug met routes, inclusief metingen, tussen de gekoppelde beginpunten en bestemmingen.

Als Huidige kaartextent gebruiken is aangevinkt, worden alleen de objecten geanalyseerd die binnen het huidige extent van de kaart zichtbaar zijn. Als deze optie niet wordt geselecteerd, worden alle objecten in de invoerlaag meegenomen, ook als ze zich buiten de huidige kaartomvang bevinden.

Kies puntenlaag die de oorspronkelijke locaties weergeeft


Kies puntlaag die het beginpunt of de beginpunten weergeeft. De tool ondersteunt maximaal 5000 beginpunten en 5000 bestemmingen.

Als u een laag kiest die precies één beginpunt heeft, wordt het met alle bestemmingen verbonden.

Naast het kiezen van een laag uit uw kaart, kunt u Analyselaag kiezen selecteren onderaan de vervolgkeuzelijst. Met deze optie wordt een galerij geopend waarin u kunt bladeren naar en datasets van verschillende bronnen kunt selecteren die u in uw analyse kunt gebruiken.

De bestemmingslaag kiezen


Kies de laag die de bestemming of bestemmingen weergeeft waarmee de beginpunten verbonden moeten worden. De tool ondersteunt maximaal 5000 beginpunten en 5000 bestemmingen.

Als u een laag kiest die precies één bestemming heeft, worden alle beginpunten met die bestemming verbonden.

Als er één beginpunt en veel bestemmingen zijn, verbindt de tool het beginpunt met alle bestemmingen.

Naast het kiezen van een laag uit uw kaart, kunt u Analyselaag kiezen selecteren onderaan de vervolgkeuzelijst. Met deze optie wordt een galerij geopend waarin u kunt bladeren naar en datasets van verschillende bronnen kunt selecteren die u in uw analyse kunt gebruiken.

Als er veel begin- en eindpunten zijn, hebt u twee velden nodig om de paren met beginpunten en eindbestemmingen te beschrijven: ID-veld in oorsprongen en Overeenkomend ID-veld in bestemmingen. De tool verbindt de begin- en eindpuntparen tijdens de analyse. Stel bijvoorbeeld dat u twee beginpunten hebt met de ID-waarden Rosie en Harold en twee bestemmingen met dezelfde ID-waarden. Het beginpunt Rosie wordt verbonden met de bestemming Rosie en Harold wordt verbonden met Harold. Andere verbindingen of metingen worden niet uitgevoerd.

Als er gelijke aantallen van oorsprong en bestemmingen zijn, moeten de ID-waarden uniek zijn binnen elke laag; zo kan de bestemmingenlaag geen twee waarden Rosie bevatten. De waarden in de beginpunt- en bestemmingslagen moeten exact overeenkomen om paren te maken; Harold maakt geen verbinding met de onjuist gespelde waarde, Harodl.

De tool ondersteunt ook het verbinden van elke oorsprong met meer dan één bestemming of elke bestemming met meer dan één oorsprong. In dergelijke gevallen moet u nog steeds twee velden hebben die de oorsprong-bestemming paren beschrijven. Echter, slechts één van de lagen (de oorsprong- of de bestemmingslaag) hoeft unieke ID-waarden te hebben.

Meten


Kies of u vertrekpunten en bestemmingen met elkaar wilt verbinden door middel van afstanden hemelsbreed of een manier van reizen. De uitvoer van routes volgt wegen of wandelpaden en houdt rekening met geldende regels zoals eenrichtingswegen en keerverboden voor gemotoriseerd verkeer en vrachtwagens. De beschikbare manieren van reizen worden bepaald door de beheerder van uw organisatie.

Als u Reistijd, Landelijke reistijd of Reistijd per vrachtwagen kiest, hebt u opties voor het meten van de reistijd.

  • Vink Verkeer gebruiken uit om de snelste routes te vinden op basis van vaste snelheden.

    Dit is een geschikte optie als u een algemene reistijdmeting wilt en niet een die wordt berekend aan de hand van variërende verkeersomstandigheden voor een bepaalde vertrektijd.

  • Schakel het selectievakje Verkeer gebruiken in om de snelste routes te vinden op basis van een bepaalde vertrektijd en veranderende verkeersomstandigheden. Door eveneens de optie Actueel verkeer te kiezen, wordt de vertrektijd vanaf de beginpunten ingesteld op de huidige tijd en wordt gebruikgemaakt van huidige en voorspelde verkeerssnelheden via sensoren en invoergegevens om de routes te maken. De voorspelde verkeerssnelheden worden berekend op basis van actuele verkeerssnelheden, historische snelheden en huidige omstandigheden zoals het weer. Verkeerssnelheden worden tot 4 uur in de toekomst voorspeld, dus u kunt de schuifregelaar verplaatsen om de vertrektijd maximaal 4 uur naar de toekomst te verplaatsen.

    Gebruik deze actuele verkeersinstellingen om te ontdekken wat de reistijden zijn als u nu vertrekt, over een uur vertrekt, enzovoort.

  • Als u Verkeer gebruiken selecteert en Verkeer op basis van gemiddelde omstandigheden voor een dag en een tijdstip, zoekt de tool de snelste routes op basis van historische gemiddelde snelheden voor elk interval van vijf minuten gedurende een gewone week. De resultaten houden rekening met het verkeer, maar laten de invloed van huidige verkeersomstandigheden en gebeurtenissen buiten beschouwing die aanzienlijk van het gemiddelde kunnen verschillen.

    U kunt deze historische verkeersinstellingen bijvoorbeeld gebruiken voor de vraag: 'Hoe lang duurt het gewoonlijk om deze bestemmingen te bereiken als ik op een woensdag om 11:30 uur vertrek?'

    De tijd die u instelt, verwijst naar de tijdzone waarop uw beginpunten zich bevinden. Als u de tijd dus instelt op 8:00 uur en twee beginpunten hebt, een in New York City en een ander in Los Angeles, worden de routes gegenereerd met een vertrektijd van respectievelijk 8:00 uur Eastern Time en 8:00 uur Pacific Time als uitgangspunt.

Houd er rekening mee dat wanneer een voertuig wegrijdt vanaf een bepaald beginpunt, de tijd verstrijkt en de verkeersomstandigheden wijzigen. De tool Beginpunten aan bestemmingen koppelen houdt rekening met deze variaties wanneer u Verkeer gebruiken selecteert; maar niet alle regio's ondersteunen verkeer. Klik op de koppeling Beschikbaarheid bekijken om erachter te komen of deze optie voor uw onderzoeksgebied van toepassing is.

Reistijd per vrachtwagen kan dynamische reissnelheden gebruiken op basis van het verkeer tot de maximale rijsnelheid voor vrachtverkeer. Bijvoorbeeld als de dynamische snelheid voor een straat gebaseerd op live verkeer 60 kilometer per uur is maar de maximale rijsnelheid voor vrachtverkeer voor die straat is 50 mile per uur, dan gebruikt de berekening 50 kilometer per uur voor die straat.

Barrièrelagen selecteren


Eén of meerdere objecten die dienen als tijdelijke beperkingen (barrières) tijdens het reizen op de onderliggende straten. U kunt de barrières specificeren door gebruik van punt-, lijn-, of polygoonobjecten.

Barrièrelagen selecteren is beschikbaar wanneer een reismodus wordt gebruikt als de parameter Meten. Als lijnafstand wordt gebruikt, wordt Barrièrelagen selecteren uitgeschakeld.

Een puntbarrière kan een weergave zijn van een omgevallen boom, een ongeval, een omgewaaide elektriciteitspaal of iets anders waardoor een bepaald punt op straat volledig ontoegankelijk is voor verkeer. Verkeer heeft toegang tot de straat maar kan de barrière niet passeren. U kunt tot 250 objecten aanduiden als puntbarrière.

Een lijnbarrière verhindert de doorgang voor het verkeer daar waar de barrière de straat kruist. Een optocht of protestmars bijvoorbeeld waardoor het verkeer geen toegang heeft tot verschillende straatsegmenten kan weergegeven worden met een lijnbarrière. Indien het aantal straatobjecten dat wordt doorkruist door alle lijnbarrières meer dan 500 is, geeft de tool een foutmelding.

Een polygoonbarrière verhindert de doorgang voor het verkeer daar waar de polygoon de straat kruist. Een manier waarop deze barrière gebruikt wordt is voor het weergeven van een overstroming in een bepaald gebied of van een bepaald netwerk van straten waar geen verkeer mogelijk is. Indien het aantal straatobjecten dat wordt doorkruist door alle polygoonbarrières meer dan 2000 is, geeft de tool een foutmelding.

Vorm van de route


Kies de vorm van de route die elke oorsprong met zijn bestemming verbindt:

  • Rechte lijn - De vorm is een rechte lijn die het paar van oorsprong en bestemming met elkaar verbindt. Deze optie is het beste als u webdiagrammen of gewenste lijnen wilt genereren (bijvoorbeeld om te laten zien welke winkels de klanten bezoeken).
  • Volg de straten - De vorm is gebaseerd op het onderliggende stratennetwerk. Deze optie is het beste als u de routes tussen oorsprong en bestemming wilt genereren. Volg de straten is uitgeschakeld wanneer de meting Lijnafstand is.

De beste route tussen een vertrekpunt en de bijbehorende bestemming wordt altijd berekend op basis van de reismodus, ongeacht de gekozen routevorm.

Resultaat laagnaam


De naam van de featurelaag die gemaakt zal worden in Mijn content en toegevoegd zal worden aan de kaart. Als de featurelaag al bestaat, wordt u gevraagd een andere naam te geven. De featurelaag zal een laag bevatten voor elk van de volgende zaken: routes, niet-toegewezen vertrekpunten wanneer bepaalde vertrekpunten niet gekoppeld kunnen worden aan hun bestemmingen.

Als u Routelagen toevoegen selecteert, wordt elke route van het resultaat ook opgeslagen als een routelaag. Een routelaag bevat alle informatie van een bepaalde route, zoals de aan de route toegewezen stoppunten, en de routebeschrijvingen. Routelagen maken is nuttig als u de individuele routes wenst te delen met andere leden in uw organisatie of om routes verder aan te passen d.m.v. de Routebeschrijving-knop in de mapviewer. De routelagen gebruiken de naam van de feature layer als een voorvoegsel en de routenaam die gegenereerd is als onderdeel van de analyse. Deze wordt toegevoegd om een unieke naam voor elke routenaam te maken.

Het maximumaantal routelagen dat kan worden gemaakt is 1000. Als het resultaat meer dat 1000 routes bevat en Routelagen toevoegen is aangevinkt, zal de tool alleen de uitvoer-feature service maken.

Als u het vervolgkeuzemenu Resultaat opslaan in gebruikt, kunt u de naam opgeven van een map in Mijn Content waarin de feature layer en de routelagen worden opgeslagen.